1. Agrimony: geestelijke kwelling, geheim gehouden zorgen, schijnbare opgewektheid, nachtmerries
2. Aspen: vage, niet benoembare angst, ongegronde angst, ongerustheid, angstige voorgevoelens, nachtmerries
3. Beech: onverdraagzaamheid, kritiek, de eeuwige vitters, scherpe humor, cynische kritiek.
4. Centaury: zwakke wil, gemakkelijk te beïnvloeden, gewillig dienen, hoffelijk, meegaand, hulpvaardig, bedplassen.
5. Cerato: onzekerheid, dwaasheid, twijfel aan eigen bekwaamheid, onzelfstandigheid, innerlijke zwakheid.
6. Cherry Plum: vertwijfeling, vrees het verstand te verliezen, onbeheerstheid, tandenknarsen, nagelbijten,
waanvoorstellingen, zielskwellingen, bedplassen.
7. Chetsnut Bud: niets lerend van ondervindingen, herhaling van fouten, onachtzaamheid, concentratiestoornissen,
slecht geheugen, onvermogen aan de eisen van het dagelijkse leven te voldoen.
8. Chicory: ontroerend bezorgd om hun naasten, verlangen dankbaarheid van anderen, eigenliefde, medelijden met zichzelf, angst alleen te zijn, gauw gekwetst in gevoelens.
9. Clematis: dagdromers, bewusteloosheid, onoplettendheid, kleine ongelukjes, niet kunnen concentreren,
wensvoorstellingen.
10. Crab Apple: perfectionisme, overgevoelig voor wanorde, afkeer van lichamelijke als ‘mentale verontreiniging’, voelt zich innerlijk niet schoon, seksuele problemen vanuit het gevoel dat het moreel verkeerd en smerig is , boulimia , idee-fixe.
11. Elm: gevoel tekort te schieten, acute overbelasting door eisen van buitenaf, tijdelijke uitputting, black-outs.
12. Gentian: exogene reactieve depressie, eeuwige pessimisten, twijfel, neerslachtigheid, ontmoediging.
13. Gorse: heeft de moed verloren, diepe wanhoop, verloren vertrouwen, geeft het op en wacht op hulp van buitenaf.
14. Heather: hypochondrie (angst voor ziekten), moeten doorlopend publiek hebben,egocentrisch, bezorgd over zichzelf.
15. Holly: woede, haat, nijd, jaloersheid, achterdocht, het verliezen van zelfbeheersing.
16. Honeysuckle: heimwee, verlangen naar de goede oude tijd, stilstaan bij het verleden, agressie tegen het hier en nu.
17. Hornbeam: geestelijke vermoeidheid, “Maandag-ochtendgevoel”, concentratieproblemen, mentale overbelasting.
18. Impatiens: ongeduld, hectisch, prikkelbaar, uiterste geestelijke gespannenheid, innerlijke dwang
19. Larch: gebrek aan zelfvertrouwen, verwachting te falen, moedeloosheid, examenangst begint al weken voor het examen.
20. Mimulus: angst met bekende oorzaak, gevoelig voor harde geluiden, agressie, koude, conflicten, verlegenheid, overgevoelig, examenangst, angst voor de examinator.
21. Mustard: endogene depressie, diepe neerslachtigheid zonder herkenbare oorzaak, zwaarmoedigheid, somberheid, melancholie, innerlijke leegte.
22. Oak: verantwoordelijke, betrouwbare mensen, geven nooit op, overwerkt zich uit overdreven plichtsgevoel, nemen anderen het werk uit handen, lichamelijke en geestelijke uitputting, het plichtsbesef als alibi voor de roofbouw op de gezondheid.
23. Olive: algehele uitputting, geestelijke vermoeidheid, innerlijke leegte, fysiek en psychisch aan hun eind, chronische overbelasting, reserves aan energie zijn uitgeput, willen maar één ding:slapen.
24. Pine: zelfverwijt, schuldgevoelens, moedeloosheid, constant een slecht geweten, kunnen geen geschenken aanvaarden
25. Red Chestnut: constante angst en zorg om anderen.
26. Rock Rose: schrik, paniek, uiterste vrees, crisissituaties, van schrik verlamd zijn, radeloosheid.
27. Rock Water: hoge idealen, extreme morele opvattingen, idealen, door hun starre voorstellingen van hunleven wordt het leven alleen maar moeilijker, onderdrukking van lustgevoelens
28. Scleranthus: onzekerheid en besluiteloosheid, wisselende stemming, onstandvastigheid, wagen ziekte, zeeziekte, niet kunnen kiezen tussen twee mogelijkheden.
29. Star of Bethlehem: geestelijke shock, lichamelijke shock, trauma, hersenschudding, kwetsbaar.
30. Sweet Chestnut: “de nacht van de ziel”, uiterste geestelijke angst, hopeloosheid, wanhoop, eenzaamheid, volkomen vertwijfeld.
31. Vervain: idealisten, teveel geestdrift, overspanning, gespannenheid, innerlijke onrust, een altijd aanwezig gevoel van stress, perfectionisten, kunnen niet tegen onrechtvaardigheid.
32. Vine: overheersend zijn, eerzucht, onbuigzaamheid, streng, dominant, gevoelsarm, zelfverzekerd.
33. Walnut: overgevoeligheid voor denkbeelden, beïnvloedbaar, verbreken van oude banden, puberteit, climacterium, verhuizing, verandering van beroep, verandering van school, pensionering, midlifecrisis, ‘de bloesem die de doorbraak bewerkt’.
34. Water Violet: trots, gereserveerdheid, zich uit de hoogte gedragen, ‘anderen vinden mij verwaand’, geïsoleerd, eenzaamheid
35. White Chestnut: aanhoudende ongewenste gedachten, discussies in gedachte, gesprekken in gedachten,
‘grammafoonplaat-denken’, doorlopend moe.
36. Wild Oat: ‘burn-out’, innerlijke leegte, geen doel in het leven, onzekerheid, moedeloosheid, ontevredenheid, ’12 ambachten, 13 ongelukken’, met niets blij meer zijn in het leven, vage klachten, die in geen enkel ziektebeeld te passen zijn.
37. Wild Rose: berusting, lusteloosheid, vermoeidheid die met niets weggaat, vermoeidheid, die ‘geen reden heeft’, hebben innerlijke de strijd opgegeven, voelt zich geestelijk leeggezogen, futloos.
38. Willow: haat, verbittering, afgunst, woede, die binnenin blijft smeulen, ‘waaraan heb ik dat verdiend’, slachtoffer van het noodlot.
39. Eerste Hulp Remedies is samengesteld uit:
• Cherry Plum: tegen de angst, uit vertwijfeling de zelfbeheersing te verliezen
• Clematis : tegen het gevoel ‘er niet helemaal bij’ te zijn, bewusteloosheid
• Impatiens : tegen innerlijke spanningsgevoelens en stress
• Rock Rose : tegen acute angst en paniekgevoel
• Star of Bethlehem: tegen schok